Deze pagina is in ontwikkeling           Denemarken juli 2023

                                                      
Donderdag 6 juli is het inpakken geblazen in Standdaarbuiten onze vertrekplaats. Vrijdagmorgen zijn om half tien alle rituelen die met het vertrek gepaard gaan afgewerkt. We rijden volgens de geplande route naar Harpstedt in Duitsland. Kort na de grens besluiten wij af te wijken en gaan snel weg van de snelweg waar het steeds drukker wordt. Rond de klok van vier uur arriveren wij op de camperplaats bij het openluchtbad aldaar. Nu nog slechts 4 plaatsen beschikbaar in plaats van oorspronkelijk 15. Camperaars verzieken alles voor zichzelf zo blijkt maar weer eens!!!!
We zijn nummer 5 maar brengen er toch de nacht door evenals nummer 6. Het diner bestaat uit groentesoep à la Jan.

Zaterdag 8 juli vertrekken wij al om 7 uur om wat later ergens een ontbijtje te verorberen. Na een uur of twee steeds drukker wordend snelwegverkeer verleggen we onze koers wederom naar binnendoor wegen. Waarmee de rust wederkeert. Zo tuffen we richting Denemarken en ontmoeten bij Husum een geheel gratis veerpont. Waar vind je dat nog in ons met veerboten overbevolkte polderlandje? Op de grens van Duitsland en Denemarken gaat het mis met het internet en bovendien blijkt dat ik Denemarken niet in mijn navigatiesysteem heb opgenomen.
Dat wordt dan soekoesoekoe en met hulp van een dame in komen wij terecht in TØnder op een camperplaats die tegen een camping aan ligt. Ook goed. Die Denen zijn zeer aardig en hulpvaardig en zelfs mag ik binnen haar kunsten met de printer bewonderen die onder haar mishandeling bijna sneuvelt. Het diner bestaat uit een pasta met saus à la Jan.

Tussendoortje: Denemarken is zo mogelijk nog schoner dan Noorwegen. Een blikje langs de weg of iets van plastic of papier is hoogst zeldzaam. Alles is keurig bijgehouden en onkruid is ver te zoeken. De bermen zijn ruimhartig begroeid met allerhande planten die wij als onkruid wensen te beschouwen maar die voor het insectenleven onmisbaar zijn. In Nederland wordt dat allemaal plat gemaaid maar hier niet en dat is zichtbaar in de hoeveelheid bijen, hommels, zweefvliegen, torren en kevers etc. etc. Wij zouden ons kapot moeten schamen maar doen het niet net zoals in Spanje en Portugal.

 

En zeg nou zelf, zulke fraaie "hollandsche" luchten vervelen toch nooit??!! (wel ff op klikken)

Zondag 9 juli: We rijden `s morgens naar  Rømø een klein waddeneilandje. Het is overal ontstellend druk met propvolle stranden en na een rondrit besluiten wij maar door te rijden naar het eindpunt van deze route. Het is tobben zonder navigatie en ook via Google maps werkt het niet. Regelmatig verandert de asfaltweg in een soort grindpad. Maar alles heeft een naam en daarmee komen we uiteindelijk terecht bij Marbaek Strand. Een kleine ronde onverharde parkeerplaats met rondom bomen en tegen een dijkje van de Noordzee. De avond brengt een soort kampvuur van een jong stel Nederlanders met een dochtertje. We spotten nog een flinke zeehond en laten het meisje meekijken door de telescoop. Er staan in de nacht vier campers. Er is een toilet aanwezig zoals gebruikelijk wonderschoon. Het diner levert kalfsentrecote op met gebakken aardappeltjes, tuinboontjes en een salade à la Jan J.

Maandag 10 juli: Om misrijden te voorkomen zet ik de laptop voorin met de route van Garmin in beeld. Zo kan ik van plaats naar plaats rijden zonder de weg kwijt te raken. Zo deden we het vroeger ook zonder navigatie en debieltje. Gewoon op de kaart rijden. Bij Thyborøn steken we met de ferry over naar Agger à € 23,=, een koopje. Het lukt allemaal wonderwel en we rijden richting Thisted naar de camperplaats bij mensen in de “tuin”. Bij de familie Morten Brogaard die een grote “boerenvilla” heeft met veel grond. Op een stukje gras kunnen wel 10 campers met vrij uitzicht op de natuur en het fjord. Fantastisch mooi, stil en geheel gratis. We wandelen nog wat in de directe omgeving van tarweveld naar velden met raapzaad, wilde planten en duistere bossen. Van hem krijg ik toegang tot internet en kan daarmee de navigator aanpassen zodat Denemarken weer meedoet. Dat scheelt weer een hoop gedoe. Het diner bestaat uit wat gemakzucht en nogmaals de groentesoep.

Dinsdag 11 juli: Op de planning staat een camperplaats bij Hobro maar we besluiten even door te gaan naar het Kattegat. Vlakbij de uit- of ingang van het Mariager Fjord. Onderweg vallen we binnen bij een Lidl om voornamelijk fruit in te slaan. Via Hadsund komen we in “Als” waar achter een boutique een mooie plek is voor slechts 5 campers. Het heet “Hvirvelkaergard”. Feitelijk ook bij particulieren. Malika gaat tekeer in de boutique om het gemis van enige in Standdaarbuiten achtergebleven kledingstukken te compenseren. De internetverbinding werkt niet, zelfs niet met mijn versterker. Ook de staatsloterij helpt niet want weer geen meloennair. Ik besluit mij vanavond te wijden aan een stevige bami hetgeen wonderwel lukte.

Woensdag 12 juli: We zijn lekker lui en vertrekken na 10 uur. We gaan richting Randers en vandaar ga ik van de geplande route af en volg binnendoorroutes zoveel mogelijk langs het Kattegat of fjorden. Het is fantastisch mooi, goud graan, blauwe lucht, witte wolken en een hoosbui bij aankomst op de geplande camperplaats. J Maar eerst naar hartenlust toeren door dit mooie land. Op enig moment is het tijd voor een stop en we doen dat op een grindpaadje dat afloopt naar de zee. Malika trekt haar stoute zeeschoenen aan en gaat mosselen rapen die hier met miljoenen liggen. Ze zegt vast van plan te zijn om ze op te eten en een eerste aanzet wordt gegeven op een veld bij Draby. We mogen daar voor 50 Kronen overnachten en het is er wederom heerlijk stil. Tot mijn verrassing staat een Pool met zijn zoon ook op die plek.

Ik had ze ontmoet op de ferry naar Agger en we hadden toen een aardig gesprek. Grappig hoe klein de wereld kan zijn. De mosselen van Malika zijn een schone dood gestorven in kokend water en worden door haar gepeld. Na een stuk of tien geeft ze er de brui aan en de pijp aan Maarten. Alles wordt teruggeven aan de zee waar de krabben al op de loer liggen. Hierna trekken wij onze wandelschoenen aan om een fikse wandeling te gaan maken. Deze voerde ons over een zeer modderig en steil pad naar een hoge top in de duinen. Het had juist bij aankomst hard geregend en dat was merkbaar aan ons glibberen. De top leverde mooie plaatjes op met als exclusief model een heuse Kattendoorn. Op mijn struikrovertochten door de natuur ben ik die maar twee keer eerder tegengekomen. Na deze forse inspanning verorberen wij de tweede bamihap die uitstekend smaakt.

Donderdag 13 juli: Vandaag werd het een wat lange rit omdat ik een paar maal van route veranderde i.v.m. snel weg van de snelweg. Bovendien pasten we het einddoel twee keer aan en tenslotte bleek de beoogde camperplaats gesloten. De diverse campings in de buurt van Svendborg bleken voor ons veel te vol dus opnieuw op pad. Nu naar Tranekaer op Langeland. Onderweg werden we getrakteerd op zeer fraaie en duistere luchten. Op enig moment kreeg Bellerophon één van de beste wasbeurten ooit. Weinig hiervan meegemaakt in mijn carrière als camperaar, maar schoon istie. Door dit alles hebben we Funen wel doorkruist maar feitelijk een beetje overgeslagen. Vóór het eten van gebakken aardappeltjes met doppers, sla en gebakken tonijn, pasten we de planning weer aan. Morgen eerst naar Taastrup om daar een nachtje te verblijven. Dan gaan we overmorgen met de trein naar Kopenhagen en weer terug naar ons rijdende huis. Voor zondag dan de rit naar het eilandje Møn.

Vrijdag 14 juli: Wederom een aangepaste rit zoveel mogelijk op binnenwegen. De bedoelde camperplaats in Taastrup bleek helemaal niet te bestaan. Bij het hotel waar het naast moest zijn, hielp een echtpaar ons aan een camping in Kopenhagen zelf. Bij verrassing zijn we daar heen gereden via de Oresundbrug. Hoe hoog wil je een brug hebben? De navigatie vertoonde onderweg weer allerhande kuren en bij aankomst op die camping heb ik de boel maar meteen gereset en ge-update. We staan op een rustige plek met weinig mensen om ons heen maar voor twee nachten zijn we toch bijna 100 neuroses kwijt. Wel is alles voorhanden en vrij te gebruiken.
De avondmaaltijd hielden we simpel, geroosterd brood met tonijnsaus à la Jan met een tomaatje. Karnemelk voor het meisje en die smaakt beter dan de Hollandse. Truste na een sopje.

Zaterdag 15 juli: Na een rustig opstaan en brood met landelijk smakende aardbeien wandelden we naar het plaatselijke station. Met enige moeite kochten wij kaartjes om naar een station in de buurt van de Zeemeermin van Kopenhagen te gaan. Vandaar was het een aardige wandeling om tussen drommen mensen te geraken die daar mogelijk het meest bekeken beeldje van de wereld kwamen aanschouwen. Je moet het ééns gezien hebben en voor mij de tweede keer. Vandaar een wandeling door het fort met een mooie molen en de wandeling terug naar het station.
We verstoutten ons koffie met een chocolademuffin te verorberen à bijna 20 neuroses. Die muffin viel ons best zwaar op de maag. Daarna was het zaak terug te treinen naar het Centraal Station. Daar was het even zoeken en we besloten de Glyptotheek te bezoeken. Een niet zo groot museum met alleen maar beelden van beroemde jongens als Rodin en Canova. Intussen waren de benen en vooral de voeten aan amputatie toe en deswege weer verder met de trein naar het thuisstation waar wij nog enige voetstappen dienden te doen naar de camping. Daar even een tuk gedaan in de wind en de zon. Daarna was het weer tijd voor een van Jan`s klassiekers, brood met gerookte zalm, gebakken ei, tomaat, kaas, dille en peper. Jammie. Een vermoeiende dag en geen tijd voor Tivoli omdat wij geen zin hebben om op onze kop in een kermisattractie te hangen. Morgen naar Møn.

Zondag 16 juli: Rond de klok van tien ontvluchtten wij de peperdure camping en togen op weg naar het eiland Møn. Zoveel mogelijk buitenom en binnendoor en zo dicht mogelijk langs het Randje van de Oostzee. Bij een klein strandje gingen we aan de koffie en bewonderden daar wat kwallen. Daar lag een Nederlandse dame klem in het vrachtruim van een camper en moest aan haar benen tevoorschijn gehaald worden. Vermakelijk wel. Wat later bekeken we een gigantische boerenhoeve/landgoed(?) waar wij “Welkommen waren til Gorsjlevs Gods”. Prachtig mooi maar wat het met “got” had te maken ontging mij enigszins. Dan de fraaie brug die ons naar het eiland ging brengen. Even een stukje opzij rijden  voor een mooi beeld en ook een plaatje vanachter het stuur. Tenslotte dan ff zoeken naar  onze camperplaats. Een terrein met voetbalgolf waarbij de bal door een gat in een plank moet. Volgens de ontvangende dame waren wij de eersten na twee weken geen camper te hebben gezien. En tijdens ons verblijf lijken wij ook de enigen te blijven. Helemaal top. De komende drie dagen zullen wij wat hunebedden, vuurtorens, krijtrotsen en ander fraais bezoeken op dit toch niet erg grote eiland.

Maandag 17 juli: Vandaag dan de rondrit door het oostelijke deel van Møn. Zoals gebruikelijk via de kleinste weggetjes want daar heerst rust. Op weg naar het verste punt, zijnde de krijtrotsen, bezochten wij ook twee hunebedden. Niet spectaculair groot nog maar dat is voor morgen. Dan volgt Slot Liselund. Slot is een grote naam maar er is een prachtig park met wat aardige bouwsels. De krijtrotsen zijn wel een behoorlijke trekpleister, wát een volk. Een mooie wandeling met fraaie uitzichten maar oh wee dan komen de trappen. Die naar het strand vallen wel mee want neerwaarts. Maar aan het eind van het strand moet je die plm. 500 mtr. ook weer omhoog. Op de trappen staan ook af en toe bankjes voor oudjes zoals wij. Hierna naar Klintholm Havn om een illegaal café te zoeken waar kapitein Rob ooit is geweest. Jammer maar helaas en ook de Spar is foetsie. Dat noopt ons naar Sege te gaan waar Malika een gestoomde makreel aan de haak slaat bij de Netto en ik wat Serrano ham. Geen zin in koken na al deze inspanningen. Volgt de verrassing van een stuk of zeven campers op “onze” camperplaats. Dus komt het goed uit dat ik zo`n meter of veertig stroomkabel bij mij heb. Morgen het noordelijke deel van dit mooie eilandje.

Dinsdag 18 juli: Een kleine tour vandaag naar het noordelijkste puntje waar nog een eilandje ligt Nyord met een dorpje van die naam. Het is bereikbaar per brug. Maar eerst gingen wij naar Ulvshale waar een Natur Center is dat geheel onbemand bleek. Daar zou een wandeling beginnen die ons door een bos moest voeren terwijl er ook water in staat. Door hoge nood mijnerzijds moest ik een bewoner van een vakantiehuis aanspreken en Denen helpen gewoon.

Hij verwees ons voor het water naar de andere zijde van de “hoofdweg”, maar hoe wij ook liepen, geen water te bekennen. Wel raakten wij enigszins de weg kwijt maar ook hier was een Deense lerares van 84 jaar die ons de goede weg wees. Een andere buurvrouw liep zelfs met ons mee om het goede pad aan te wijzen. Waar vind je nog zulke aardige mensen? Als klap op de vuurpijl stak er een jonge reegeit voor Bellerophon de weg over. Die hadden we tot nu nooit meer verwacht want in heel Denemarken hadden zij zich nog niet laten zien.   In Nyord gingen wij eerst smullen van een pannenkoekje met zalm en wat smørry (?) en een bak koffie. Het dorpje is aardig maar ook niet meer dan dat. In de zaak met Italiaans ijs troffen wij een Nederlands sprekende knaap. Hij bleek bij ons geweest te zijn maar was Deen en weer terug. Gelukkig maar voor hem. Op dit minuscule eilandje reden we nog even naar het uiterste puntje en verbaasden ons weer over de grote hoeveelheid wilde bloemen en kruiden met de bijbehorende vlinders en insecten. Waarom toch alles plat maaien Nederland?

Vanwege geldnood reden wij naar Stege waar een (wekelijkse) enorme markt gaan was. We zijn er doorheen gewandeld. Geld heb ik niet uit de muur getrokken want voor straf moet je ruim 5 Neuroses als boete betalen. Dat lossen we dan morgen wel weer op. Bij terugkomst op de camperplaats was er maar één camper te zien en we kozen  voor de makkelijkste plek. Het enige wat ontbreekt is een wifi-internetverbinding die werkt. Soit. Straks nog een biefstukje als sluitstuk van de dag als Malika de was heeft opgehangen.

Woensdag 19 juli: Tijd voor de derde en laatste rit die dit keer door het westelijke deel van het eiland gaat. We beginnen bij de Hvide Klint. Ook een stel krijtrotsen maar minder hoog en mede daardoor ook veel rustiger? Wel mooi met een smal strandje. We zouden ook de Praestebjerg bezoeken maar dit leek niet erg spectaculair en deswege tuften wij verder naar een groot hunebed in Grønsalen . 100 meter lang en 10 meter breed maar helemaal gesloten en ook daardoor niet zo spectaculair. Maar zeer veel wilde planten en vlinders. Dan is het tijd voor een piepklein haventje; Harbølle Havn.

Dan weer op pad naar een hunebed, Klekkende Høy. Er zijn twee grafkamers en je kijkt vanuit de een via een ruit in de ander. Enige voorwerpen en wat botten lijken hier te liggen. De lamp mee is geen overbodige luxe. Nu eerst terug naar Stege want net als in Nederland zijn alle kleine kantoren in kleine dorpen gesloten. Service weg, prijzen omhoog zegt de plaatselijke fietsenmaker. 
Dan gaan we nog even op zoek naar Kong Asgers Høy. Best groot maar wel kruipen om  je hoofdje te sparen.  Tot slot ligt vlakbij Sprovedyssen. Ook een mooie en grote grafheuvel. Van het hunebed bovenop kun je ook de binnenkant wel bekijken en mooi begroeid. Tijd om de camperplaats weer op te zoeken waar we deze keer net als de eerste dag helemaal alleen staan. Pasta met saus, ijs en koffie toe. Morgen nemen we een rustdag hier. Er resten daarna nog 4 rijdagen dan zouden we maandag weer thuis kunnen zijn als we dat willen. 

Donderdag 20 juli: Na drie dagen van rondritten met wandelingen over lange wegen door duistere bossen, immense klimpartijen en andere ongemakken was het daarmee tijd voor een rustdag. Nou ja, rust. Het was een dag van fotobewerkingen en mappen heen en weer gooien van telefoon naar laptop en van laptop naar externe harde schijven. Omdat we pas om 10.15 uur uit de echtelijke sponde stapten was het toch een korte dag. Aan het eind van de digitale puinhoop was het tijd om garnalen, uien, mosselen, knoflooktenen, puntpaprika`s, chilibonen en tenslotte gebakken piepers samen met olijfolie, ansjovis met olijven, peper en zout tot een eetbaar geheel te kneden. Het geluk wilde dat het een geslaagd geheel werd waar niets van over is gebleven.         Nu nog de avond overleven, op tijd plat en morgen gezond weer op voor de laatste vier ritten. Overigens werd het probleem met internet op het debieltje opgelost door een Fries die wij bij een hunebed aantroffen. Ook fijne lui die Friezen zo hebben wij hier al eerder gemerkt, een soort Denen zeg maar.

Vrijdag 21 juli: Vandaag een aardige rit die begon met een liefdevol afscheid van de eigenaresse die het gras van de voetbalgolfveldjes. Via de grote brug verlieten wij Møn en kwamen zo op het eiland Bogø. Dat is vrij klein en al snel was er Bogø Havn met Ferry Ida. Daar staken wij over naar het eiland Falster. Vervolgens is er de oversteek bij Nykøping om op het eiland Lolland te komen. Daar was het een massaal wachten op de ferry van Rødby Havn naar Puttgarden op het Duitse eiland Fehmarn. Een vaartocht van een uur op een rustig zeetje. Een soort eilandje hoppen. Daarna was het even zoeken naar de camperplaats aan de zeedijk. Daar eerst maar een wandeling gemaakt en de roeken vastleggen met hun snavels als houwdegens. Tijdens het koken werden de vele insecten mij teveel en we krasten snel op naar een andere camperplaats.
Die vonden wij in Heiligenhafen waar alles tot de laatste plaats bezet was. Maar na een paar kilometer vonden wij een plekje naast de Verein für Schutz und Gebrauchshunden. Met nog een andere Nederlander stonden we daar super. De zalm met gebakken aardappel, doperwtjes en sla zorgden voor een goede nachtrust.

Zaterdag 22 juli: Een echte rijdag maar wel over binnenwegen van dorp naar dorpje, van landerijen naar bossen. Een mooi stukje langs de Elbe waar wij nog een “woon- watertoren” vonden.
Soms was het even zoeken omdat er hier en dar een wegafsluiting in de weg stond. Een bezoekje aan de Aldi voor een lekker ijsje na de biefstuk vanavond. Wij landden op de camperplaats bij Hotel Meierhof in Tostedt. Met elektra kost dat wel 5 neuroses en we staan weer ganz alleine.
Het druppelen buiten nodigde niet uit tot een wandeling en volgens de serveerster is er in het dorp ook niets van belang te vinden. Okay, dan maar wat schrijven en straks twee entrecotes in de pan met dezelfde zutaten maar nu met chocoijs na. Morgen 220 km. naar Lingen dat plm. 25 km. vóór de grens van ons polderlandje ligt.

Zondag 23 juli: Een rustige dag om naar Lingen te karren we zien geen millimeter snelweg.
Het landschap wisselt van akkers met graan- of raapzaadvelden naar dichte bossen en het hevelt enigszins. Onderweg schiet de molenaar nog even een zelfkruiende molen in Emtinghausen die al 150 jaar blijkt te bestaan. We zijn rond twee uur al in Lingen en dubben even over doorrijden maar gaan toch op zoek naar een leuk plekkie. Dat wordt nummer 4 omdat de eerste drie het niet zijn. Bij een groot soort huisjeskamp maar rustig genoeg. Je kunt van Duitsland veel zeggen maar vooral dat het net als Denemarken wonderbaarlijk schoon is. Wij Ollanders moeten ons echt gaan schamen. Op “parkplatzen” zijn geen containers maar er ligt geen kruimeltje afval. Moet je bij ons eens zien. Ook zijn de bermen goed begroeid met allerhande planten geliefd bij insekten en niet volledig plat gemaaid zoals bij ons. Ik moet zelf paneermeel maken van twee crackers want op zondag is alles dicht. Dat lukt wonderwel en ik ga aan de slag om eigengemaakte hamburgers te maken. Nooit eerder gedaan maar voor vandaag moet het mogen. Gehakt, gestoofd uitje, teentje knof, zout, peper, eitje en gestampte cracker. Bakken in olijfolie. Eten met een salade van tomaat, puntpaprika en kromkrommer. En het smaakte nog ook met een chocolade ijsje en espresso toe. Morgen zijn we thuis. Daarbij laten we de navigator de route bepalen zónder snelwegen.

Laat ik nou gedacht hebben dat ik blikjes en flesjes uit het buitenland in dat polderland in kan leveren?! Mispoes, we zijn niet één Neuropa we zijn en blijven polderklojo`s. De conclusie moet zijn dat Denemarken het geweldig doet. Wel een Europees land maar voor hun geen Schengen of Neuro`s dat moeten ze vooral blijven dan blijft hun land ook mooi zoals het nu is.

Het was een mooie en leuke verkenning!

Dit was Brandpunt, goedenavond!!!