Noorwegen 2004 Deel 2
Enige Overdenkingen......
Wat valt er nog te zeggen over het natuurschoon? Dat het niet in woorden is te vangen? Dat je er zelf naar toe moet om het in al zijn gedaanten en verschijningen te ondergaan? Dat is misschien wel het beste woord, je moet het ondergaan en beleven om te weten waar iemand over spreekt die er is geweest. Uiteindelijk staan wij voor de pont bij Moskenes en we zijn natuurlijk veel te vroeg. Maar dat geeft niet want dan kan ik intussen deze regels typen, terwijl de zon een poging doet om door het wolkendek te breken. Het lijkt erop dat hem dat vandaag wel zal lukken. De zee is ook vrij kalm en na onze walvisvaart weten wij dat wij niet zeeziek zullen worden.
We zijn nog geen twee weken onderweg, om precies te zijn is dit onze dertiende reisdag en ik heb al ontzettend veel meer gezien dan verleden jaar. Met de auto en twee chauffeurs heb je veel meer tijd om rustig om je heen te kijken dan in je eentje op de motor. Zo kan het dus gebeuren dat de een ineens die visarend ziet die de ander als chauffeur aan zijn of haar neus voorbij moet laten gaan.
Zo ook vanmorgen toen een grote groep meeuwen plotseling nogal onstuimig tekeer ging op de plaats waar wij waren gestopt om wat plaatjes te schieten. De reden bleek zo`n grote Zeearend die zich weinig aantrok van het gekrakeel om hem heen en rustig door zweefde richting bergen.
Het is een indrukwekkend schouwspel dat zich helaas meestal te ver van je vandaan afspeelt, maar het blijft een mooi gezicht. Vanmorgen hadden we nog een noodstop vanwege een (zee)otter die verdwaald leek op onze weg. Het beestje kwam onder de voorbumper met de schrik vrij en huppelde wat verdwaasd het gras naast de weg in op zoek naar water.
Nu is er ook even tijd om wat overdenkingen weg te schrijven die anders ook maar ergens in een hoekje van je hoofd blijven liggen. Eentje ervan heb ik hier en daar al belicht en dat is het verkeer. Dat gaat over het algemeen zeer beschaafd zijn gang. Vrijwel niemand rijdt te hard en daar is eigenlijk ook geen reden toe. Naast de hoge boetes is, naar ik inschat, het levenstempo aanzienlijk minder gehaast dan bij ons.
Alles gaat op het gemak en rustig ook in de winkels of op andere plaatsen waar wat meer mensen bij elkaar zijn. En waarom zou ik mij haasten als ik na een paar dagen al niet meer weet wat voor dag het is en hoe laat? Want je wordt behoorlijk in de maling genomen met het licht. Je zit bij wijze van spreken nog rustig achter het stuur als het al elf uur `s avonds is en als je door zou rijden tot zes uur `s morgens dan zou je in het licht geen verschil bemerken. Is het dan ochtend of is het dan avond?
Met andere woorden je eigen levensritme gaat ook op de schop en het is puur onthaasten wat je doet om er maar eens een modernisme tegenaan te gooien. Dan de bus. Het was in totaal een aardig idee met die verhoogde vloer maar feitelijk is hij voor twee personen niet echt geschikt. Vooral bij slecht weer als je geen gebruik kunt maken van het scherm is het tobben. Je instelling maakt dat je er niet mee zit,maar toch. Voor één persoon zou het goed voldoen want dan heb je een beetje de ruimte. Het enige hiaat is een sanitaire voorziening maar dat komt ook omdat ik geen gebruik wil maken van een PortaPotti. Overigens kun je in heel Scandinavië op de pot langs de wegen dus dat hoeft ook geen probleem te zijn.
Een volgende overweging is het prijsniveau en de vele pontveren die aardig wat duiten opslokken. Het enige is dat je wat handig om moet gaan met je eten door voldoende kant en klaar maaltijden mee te nemen. De temperatuur in deze tijd van het jaar staat ook wel toe dat je fruit mee kunt nemen want het blijft allemaal lekker koel. De brandstofprijzen zijn hoog. De diesel kost hier omgerekend ongeveer twee gulden twintig per liter en dat is veel. Het rijtempo drukt dat weer enigszins want het gemiddelde verbruik ligt zo`n 20% lager. Hoezo nog haast in Nederland?
Verder kun je zeggen dat door de komst van de Euro het verschil met Scandinavië niet zo heel groot meer is. Daarbij komt dat elke vakantie geld kost en als dat niet past, moet je gewoon thuisblijven.
Ook het weer is een factor die meetelt. Het kan hier in juni aardig warm zijn zoals wij hebben gemerkt en het kan van de ene dag op de andere totaal anders zijn. Dat zal alles te maken hebben met het feit dat je je meestal tussen de bergen en de zee bevindt. Ook hiervoor geldt dat je je gewoon moet schikken in wat er gebeurt. Klagen heeft geen zin, dan kun je óók beter thuisblijven.
Dan is er nog een belangrijk verschil met vele andere landen in Europa, Nederland zeker niet uitgesloten en dat is het feit dat Scandinavië schoon is en schoon wordt gehouden. Het voorbeeld van de ANWB-reizigers hiernaast laat zien waarom dit zo opvalt. Iedereen die een hut huurt, een dusj gebruikt of in de natuur kampeert, houdt de boel schoon en opgeruimd. Dat is een ijzeren regel die bijna door iedereen wordt gerespecteerd. Bijna dus!!
Tijdens onze rit door Noord Finland en Noord Zweden over een afstand van vele kilometers plukjes van vier middelbare scholieren helemaal in the middle of nowhere die de boel waar nodig op liepen te ruimen. "Dat hoort bij onze schoolvakantie!!" Veel ligt er al niet dus dit vond ik een prachtig voorbeeld van hoe het zou kunnen of moeten. Heeft u in Nederland wel eens bewust rond u gekeken bij een stoplicht nadat u van de snelweg bent gegaan? Weet u hoeveel brandende peuken ik als motorrijder langs heb zien vliegen? Hoeveel asbakken er op parkeerterreinen liggen? U kunt dit naar hartenlust aanvullen met de bergen plastic, papier, blikjes en andere troep langs de op- en afritten!!
Wat voor mij Noorwegen speciaal maakt is het samenspel van licht, lucht, wolken en de het hele decor van het landschap. Achter elke bocht schuilt weer een nieuwe verrassende aanblik, achter elke dreigende bui schittert de zon en dat doet hij ook in elk meer of elke rivier. Het is een voortdurende schoonheidswedstrijd langs de weg die je gaat. Je zit in je cabine en kijkt als de regisseur van een natuurfilm door je voorruit naar dat steeds weer fascinerende land. Aan mij gevraagd na alles wat ik heb ervaren in en over Italië, in welk land ik zou willen verblijven, dan weet ik het niet. Het lijkt mij het beste om `s zomers in Scandinavië, lees Noorwegen, te verblijven en `s winters in Italië.
Een enkele keer zou ik het juist andersom doen want Noorwegen in de winter lijkt mij ook fantastisch om eens mee te maken. Intussen is het half vier en over drie kwartier is het vertrek. Stoppen dus maar even met dit verslag, als we ergens op een camping zijn aangeland aan de overzijde ga ik weer verder.
De overtocht is een redelijk spectaculair gebeuren. Er staat een flinke deining en voor zo`n groot schip is de invloed hiervan toch vrij behoorlijk. De eerste kotszakjes worden alras gevuld en de grootste lawaaimakers, een groepje Fransen, is spoedig met zichzelve doende. Lekker rustig dus. Regelmatig gaat degene die na de storm van de afgelopen nacht niet wenste te varen naar het bovendek om op het ritme van de deining een disco’tje te dansen. Rare mensen toch, vrouwen. Tis lekker kicken daarboven, is de uitdrukking.
Tussen de diverse kotsende lieden gaan wij rustig aan de broodjes met zalm, ei en garnalen. Wij hebben nergens last van, zelfs niet van de zure zakjeslucht waarvoor een Franse reisdragonder hare neusje dichtknijpt. Dit houdt ze niet lang vol want bij de volgende slinger heeft ze alles nodig om niet om te lazeren.
Zo vermaken wij ons prima, alleen met het weder wil het niet ernstig vlotten naarmate wij verder van de Lofotense kust raken, raken wij van de regen in de drup. Naast het feit dat het schip regelmatig met de neus in de golven duikt, laat Pluvius zijn toorn op ons los.
Het wordt almaar grijzer en een horizon is nauwelijks te ontwaren. Onder de deining krijg ik van lieverlede toch de neiging om mij in de armen van Morpheus te nestelen en het samenspel van Pluvius en Aeolus maar te laten voor wat het is. De overtocht begon om half vijf en rond de klok van acht uur zijn wij in de haven van Bodø.
We rijden van de pont en laten de Saltstraumen opnieuw voor wat die is. Het is bar en boos met het weer en we koersen richting Fauske over de 80. Daar vinden wij een camping die ons nog wel een hutje wil verhuren. Voor Nok 270,= zijn we boven Jan en beschikken over een minimale voorziening van 3x3 meter, een koelkast en een elektrische tweepitter die wij tijdelijk even als verwarmingselement gebruiken. Voorlopig is dit alles beter dan kramperen bij de bus. Morgen zal de zon wellicht schijnen, toch??
Dinsdag 15 juni
Nou, die zon schijnt wel maar dan achter de wolken. Ik heb geslapen als een dood paard maar het heeft nog behoorlijk gestormd en geregend. Ook vanmorgen is het nog een koude en natte kledderboel. De dusj na het opstaan slaan wij deze keer maar over want voor dat je terug bent, ben je weer doornat. We smijten alles in de bus en om tien uur rijden we weg. Dat het regent is niet zo erg want het is weer een echte rijdag om van het ene gebied in het andere te komen.
Vanaf Fauske rij je zo`n beetje het smalste deel van Noorwegen en ons doel is Trondheim. Vandaar gaan we de E-39 op naar Ålesund om het vogeleiland Runde te bekijken. Maar zo ver zijn we nog niet. We gaan naar het zuiden en dat zo`n 750 kilometer. Dan is de kans op wat droger weer des te groter denk ik. Dat blijkt gelukkig te kloppen. Hoe verder wij komen hoe groter wordt het gaatje dat een blauw stukje hemel laat zien. Uiteindelijk zit ik nu om 22.45 uur naar een blauwe lucht te kijken terwijl de ene was draait en de andere droogt. Het begon een beetje te stinken in de bus dus dan moet je wat doen, nietwaar?
Bij het op de hoogvlakte van de Saltfjellet gelegen Poolcirkelcenrtum lag nog redelijk wat sneeuw. Deze keer heb ik ook de kleine tentoonstelling bekeken en die was best de moeite waard met o.a. een levensgrote opgezette ijsbeer en eland. Ook allerlei andere dieren waaronder natuurlijk mijnheer de zeearend en nog wat andere kornuiten onder de vliegende rovers. Hier kon ik het ook niet laten om een leuke Trol voor Simone te kopen en voor mijzelve een sticker voor op de auto. Het wachten is nu op de was en we moeten nog een plan voor de dag van morgen maken.
Fantastische weg en omstandigheden, zeer stil vanwege juist die sneeuw want wie durft??
Dat plan wordt in belangrijke mate beïnvloed door het weer. Het is nog even duister en nat als de afgelopen twee dagen. Ik laat het oorspronkelijke idee om naar het vogeleiland Runde te gaan voor wat het is en we besluiten om richting Trollstigveien te gaan. De E-39 is een lastige weg waar je regelmatig niet harder kunt rijden dan 60 á 70 km/u.
We zetten eerst koffie maar ik heb nog last van de koffie bij de laatste pont en ik stel voor even naar Åndelsnes zelf te gaan om te proberen een eindstop voor de gaskabel te kopen en even geld te tappen. De eindstop zit er niet in en ik neem genoegen met een plastic zekeringhouder waar ook zoiets in zit. In een boekwinkel duik ik een goed kaartenboek á la Michelin op van Noorwegen. De Cappelenskart no.14. Het blijft maar regenen. Van de vrouw van de monteur hoor ik dat de Trollstigveien vanmorgen dicht was vanwege de sneeuw! Of dat nu nog zo is, weet zij niet en ik besluit om die kant maar op te rijden om te zien hoe die vlag erbij hangt. De weg blijkt open en we gaan naar boven. Gaandeweg blijkt de sneeuw voor een magnifiek schouwspel te zorgen. Vanaf zo`n 300 meter wordt de laag steeds dikker en eenmaal boven sta ik met de bus naast een sneeuwwal die meer dan twee meter dik is. Het uitzicht vanaf de uitkijkpost bovenaan de weg is geweldig. De weg zelf is vrij kort geleden geasfalteerd en omdat hij nat is, blijkt hij later op de foto`s prachtig af te steken in het landschap. Vanwege het late tijdstip, bijna 19.00 uur, is er vrijwel geen verkeer en daardoor is het mogelijk om op onmogelijke plaatsen te stoppen en plaatjes te knippen.
We keren rond half negen terug en gaan aan de koffie die nog warm stond te wezen in de thermoskan. Deze keer hadden wij een echte Hollandse prak. Gebakken aardappels met worteltjes en doperwten begeleid door rundvlees uit blik. Daarbij nog een dotje appel-abrikozencompote en het feest was weer compleet. bij het opstaan net na zeven uur droog. De lucht ziet er grijs uit maar dat is gelukkig slechts schijn. Al vóór negen uur zijn wij op weg omdat we hebben beloofd dat wij om half drie terug zouden zijn bij Rosalie. Dat zou nog tegenvallen. We gaan weer over de Trollstigveien en dankzij het vroege tijdstip is het nog zeer rustig. De lucht is redelijk open en wolkenflarden bezorgen de bergen snorren en baarden, opnieuw een prachtig gezicht en ik kan het niet laten er plaatjes van te schieten. Over de top rijden we een bar sneeuwlandschap in waar de zon de zaak prachtig belicht. Je zou bijna sneeuwblind worden.
We vallen omlaag richting Valldal en onderweg stop ik bij een zeer fraaie waterval die ik verleden jaar ook al op de kiek heb gezet. Nu neem ik daar wat meer de tijd voor. In Valldal gaan we even toaletteren en drinken een bakkie koffie. Dan gaan wij door naar Geiranger. Daarvoor moeten wij de pont naar Eidsdal nemen maar evenals verleden jaar rij ik daar vrolijk aan voorbij zodat ik opnieuw op mijn schreden terug dien te keren. Maar dan gaan we toch de goeie kant op.
Het weder wordt steeds beter en de temperatuur stijgt. Uit de wind in het zonnetje kan zelfs de trui uit. Opnieuw slaat het pechduiveltje toe. Deze keer schiet de bevestiging van de gaskabel los terwijl ik net een tunnel binnen ben gereden. Kan het nog gekker?? Waarom niet thuis of gewoon op de weg of net op de camping of voor de deur van een garage?? Nee!! Gewoon in een half donkere tunnel.
Dat betekent dus de alarmlichten aan en in de eerste versnelling op stationair naar boven sukkelen. Gelukkig sukkelt de Peugeot op z`n gemak in de eerste versnelling de helling op en de tunnel uit. Een Nederlander die wij op de laatste pont even spraken, is zo vriendelijk om te stoppen om te vragen of hij kan helpen. Dat hoeft dus niet. Ik plaats meteen maar de twee kabelklemmetjes uit de zekeringhouder die ik voor dat doel even heb gekraakt. Dat lukt allemaal uitstekend en snel, want ik wil de pont van 12.30 uur over de Geiranger halen. Voordat ik het motordeksel dichtdoe, wijst mijn maat mij op olie die op het motorblok ligt. Tot mijn grote schrik lijkt het alsof één van de verstuivers lekt.
Ook dat nog!! Gelukkig blijkt later bij de garage in Åndelsnes dat het de kleppendekselpakking is die lekt. Morgen moeten wij om acht uur terugkomen, dan zullen ze die vastzetten. Zoiets kán gebeuren na zo`n grote reparatie van vóór de vakantie toen de kop is gelicht etc.
Ik laat voor dat moment de lekkage voor wat die is want het lekt slechts minimaal en we vliegen naar beneden waar de pont wacht. We zijn gelukkig op tijd. Het uitzicht naar de Geirangerfjord en de tocht met de boot erover zijn weer grandioos. De foto`s moeten dat maar laten zien. In het begin kan ik nog in mijn T-shirtje op het dek vertoeven zulk lekker weer is het, maar
eenmaal op de fjord moet toch de trui weer aan. Iemand voert de meevliegende meeuwen uit de hand en dat lukt ons ook. De tocht over de Geirangerfjord is prachtig en daarna keren we terug naar Rosalie op de Korsbakkencamping waar wij vanmorgen vertrokken. De volgende morgen op weg naar Runde. Over de rit naar Runde kan ik kort zijn want daar valt niet veel over te vertellen. Gewone provinciale wegen zeg maar en soms enig gepuzzel omdat de bewegwijzering niet altijd helemaal logisch is voor ons. Maar uiteindelijk rijden wij over de laatste brug naar het eiland Runde. Een smalle, mooi gebogen brug die overgaat in een even smalle aangelegde dijkweg. Je kunt elkaar hier niet passeren en zodoende zitten er hier en daar wat uitwijkhavens.
Net na de brug loopt ons opnieuw een zeeotter voor de wielen maar gelukkig niet zo dichtbij als de vorige. Hij steekt slechts over om niet om te hoeven zwemmen onder de brug door. We scharrelen naar de camping en worden ontvangen door een onverstoorbaar overkomende campingbaas, Knut. Voorwaarts naar deel 3.